Vertaling van 'grandeur' uit het Engels naar het Nederlands

grandeur (zn):
The quality of being magnificent or splendid or grand
glans, grandeur, grootsheid, heerlijkheid, luister, majesteit, praal, pracht, schittering

Via: Ensyns.nl

grandeur (zn):
luister(fr) Maginificence., mirakel(fr) Maginificence., praal(fr) Maginificence., pracht(fr) Maginificence., vertoon(fr) Maginificence., wonder(fr) Maginificence.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken