home (zn):
Housing that someone is living in
heem, huis, tehuis, honk, home, thuis, behuizing, woning, woongelegenheid, woonruimte
home (zn):
An institution where people are cared for
bejaardencentrum, bejaardenhuis, bejaardenoord, bejaardentehuis, home, verpleeghuis, verpleeginrichting, verpleegtehuis, verzorgingscentrum, verzorgingstehuis
home (zn):
(baseball) base consisting of a rubber slab where the batter stands; it must be touched by a base runner in order to score
thuishonk
home (zn):
A social unit living together
familie, gezin, huisgezin, huishouden, huishouding
home (zn):
The country or state or city where you live
binnenland
home (zn):
The place where you are stationed and from which missions start and end
basis, thuisbasis
home (zn):
Where you live at a particular time
huis
home (zn):
An environment offering affection and security
thuis
Via: Ensyns.nl
Via: Memodata.com
N.B.: Er zijn geen WikiWoordenboek-resultaten omdat de Dbnary-server niet of niet op tijd heeft geantwoord.