Vertaling van 'import' uit het Engels naar het Nederlands

import (zn):
Commodities (goods or services) bought from a foreign country
importgoederen, invoer

import (zn):
The message that is intended or expressed or signified
bedoeling, betekenis, inhoud, significatie, zin

import (zn):
An imported person brought from a foreign country
invoer, import, importeren, invoeren

Via: Ensyns.nl

import (zn):
import(en) —.
(en) —.
(ja) 名詞.
(sv) köp och införsel av varor från utlandet.
(de) —.
, invoer(en) —.
(en) —.
(ja) 名詞.
(de) —.
, belang(en) —., gewicht(en) —., invoervergunning(en) —., importeren(zh) 將貨品或消費品從外地運到本地., invoeren(zh) 將貨品或消費品從外地運到本地.

import (ww):
importeren(en) —.
(de) Waren aus dem Ausland in das eigene Land einführen.
(pl) —.
, invoeren(en) —.
(de) Waren aus dem Ausland in das eigene Land einführen.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken