Vertaling van 'multiply' uit het Engels naar het Nederlands

multiply (ww):
Have offspring or produce more individuals of a given animal or plant
voortpanten, reproduceren, vermenigvuldigen, voortplanten

multiply (ww):
Have young (animals) or reproduce (organisms)
fokken, broeden

multiply (ww):
Combine or increase by multiplication
vermenigvuldigen, verveelvoudigen

multiply (ww):
Combine by multiplication
multipliceren, verheffen, vermenigvuldigen

Via: Ensyns.nl

multiply (ww):
vermenigvuldigen(en) —.
(ru) перемножать.
, vermeerderen(ru) перемножать., zich vermeerderen(de) —., zich voortplanten(de) —.

multiply (zn):
vermenigvuldigen(zh) 算術.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken