sham (zn):
Something that is a counterfeit; not what it seems to be
bedrog
sham (zn):
A person who makes deceitful pretenses
snoever, vervalser, bedrieger, fraudeur
sham (ww):
Make believe with the intent to deceive
femelen, huichelen, kwezelen
sham (ww):
Make a pretence of
fingeren, simuleren, veinzen, voorgeven, voorwenden
Via: Ensyns.nl
sham (zn):
bedrog(en) —., imitatie(en) —., kwakzalverij(en) —., nep(en) —., oplichterij(en) —.
Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com