stomach (zn):
An enlarged and muscular saclike organ of the alimentary canal; the principal organ of digestion
buik, maag
stomach (zn):
The region of the body of a vertebrate between the thorax and the pelvis
abdomen, balg, buik, buikje, maag, pens
stomach (zn):
An appetite for food
eetlust, orexie
stomach (ww):
Put up with something or somebody unpleasant
doormaken, doorstaan, dragen, dulden, gedogen, getroosten, harden, incasseren, kampen, velen, verdragen, verduren
Via: Ensyns.nl
Via: Memodata.com
N.B.: Er zijn geen WikiWoordenboek-resultaten omdat de Dbnary-server niet of niet op tijd heeft geantwoord.