surround (zn):
The area in which something exists or lives
omgeving, environments, omstreken, milieu
surround (ww):
Surround so as to force to give up
belagen, belegeren
surround (ww):
Surround with a wall in order to fortify
omheinen
surround (ww):
Extend on all sides of simultaneously; encircle
omcirkelen, insluiten, omgeven, omleggen, omringen, omsluiten, omtrekken
surround (ww):
Envelop completely
stikken
Via: Ensyns.nl
surround (ww):
omsingelen(en) —.
(en) —.
(de) transitiv, besonders Militär: völlig einschließen., insluiten(en) —.
(en) —., omcirkelen(en) —.
(en) —., omringen(en) —.
(en) —., omgeven(en) —., omsluiten(en) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com