Vertaling van 'teach' uit het Engels naar het Nederlands

teach (ww):
Impart skills or knowledge to
lesgeven, onderrichten, doceren, onderwijzen, aanleren, bijbrengen, leren

Via: Ensyns.nl

teach (ww):
leren(en) —.
(de) jemandem etwas beibringen.
(fr) Enseigner, donner quelque connaissance à une personne.
(lt) lt.
(de) —.
(es) —.
(sv) undervisa.
, aanleren(en) —.
(lt) lt.
(de) —.
(sv) undervisa.
, lesgeven(en) —.
(en) —.
(lt) lt.
(sv) undervisa.
, onderwijzen(en) —.
(fr) Enseigner, donner quelque connaissance à une personne.
(lt) lt.
(sv) undervisa.
, doceren(fr) Enseigner, donner quelque connaissance à une personne., dresseren(ku) Perwerde kirin., grootbrengen(ku) Perwerde kirin., instrueren(fr) Enseigner, donner quelque connaissance à une personne., kweken(ku) Perwerde kirin., opleiden(ku) Perwerde kirin., opvoeden(ku) Perwerde kirin.

teach (zn):
wetenschap(pl) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken