Vertaling van 'vicinity' uit het Engels naar het Nederlands

vicinity (zn):
A surrounding or nearby region
wijk, buurt, contreie, contreien, kader, milieu, nabijheid, omgeving, omstreek, omstreken, omtrek

Via: Ensyns.nl

vicinity (zn):
nabijheid(en) —.
(ja) —.
, buurt(en) —., omgeving(en) —., schatting(en) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken