afval

als woordenboektrefwoord:

afval:
m. het ontrouw worden aan vorst of partij ; o. het afgevallene (van wild, groente enz.).

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

afval (zn) :
brokstukken, grofvuil, huisvuil, overschot, puin, rommel, uitschot, vuil, vuilnis, vullis
afval (zn) :
afvalligheid, ontrouw
afval (zn) :
puin, troep, vuilnis

als synoniem van een ander trefwoord:

vuil (zn) :
afval, drek, mest, rotzooi, verontreiniging, vervuiling, vuiligheid, vuilnis
puin (zn) :
afbraak, afval, metselafval, steenresten
overblijfsel (zn) :
afval, overschot, residu, rest, restant
afvalligheid (zn) :
afval, ontrouw, verlating
vuilnis (zn) :
afval, huisvuil
val (zn) :
afval, raap

woordverbanden van ‘afval’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord
werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0043 c