beer

als woordenboektrefwoord:

beer:
m. (beren), verscheurend dier; schuld.
beer:
m. (beren), mannetjesvarken; muurstut; waterkering.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

beer (zn) :
ijsbeer, grizzly, reuze panda, holenbeer, bruine beer
beer (zn) :
rekening, schuld
beer (zn) :
waterkering
beer (zn) :
ontlasting
beer (zn) :
steunbeer

als synoniem van een ander trefwoord:

rekening (zn) :
bon, beer, factuur, afrekening, declaratie, nota, kwitantie, memorandum
schoor (zn) :
beer, paal, balk, steunbalk, steunpilaar, stut, schoorbalk
varken (zn) :
beer, zwijn, zeug, big, krulstaart
mest (zn) :
beer, gier, drek, stalmest, aalt

woordverbanden van ‘beer’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Waterkeering is de algemeene naam. Dijk is eene waterkeering langs een water, dam eene waterkeering dwars door of voor den ingang van een water; hoofd, eigenlijk het hoofd van den dijk, een door kunst aangelegde haveningang, die dient om den golfslag van het uitstroomende water te breken en om de ophooping van zand of slib te beletten. Het schip lag voor het hoofd. Beer is een muur met smallen rug, die òf dient om een dijk bijzonder te versterken, òf om een kleiner water van een grooter af te scheiden, waar men, wanneer men een dam aanbracht, een middel tot communicatie zou tot stand brengen, dat men niet begeert, b.v. in het rayon eener vesting. Dam wordt dikwijls figuurlijk gebruikt. Een dam tegen willekeur opwerpen. Het hek is van den dam. Een haan is stout op eigen dam = te huis gevoelt iedereen zich beter op zijn gemak dan elders.

drek, mest, aalt, beer, gier

Dierlijke uitwerpselen. Drek wordt voor alle vuil gebruikt. Mest noemt men den drek van sommige dieren, voor zoover hij dient om het land vruchtbaar te maken: koemest, paardenmest. Aalt noemt men het vocht, dat uit den mest sijpelt; gier de vloeibare uitwerpselen van dieren, voornamelijk van koeien. Menschelijke uitwerpselen, in een put of kuip verzameld, worden beer genoemd.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 8:

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 387:

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord
werkwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0029 c