roede
als woordenboektrefwoord:
- roede, roe:
- v. (roeden), dunne twijg ; dunne metalen staaf; 10 m, roetje, o.(-s).
als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
- roede (zn):
- garde, gesel, roe, zweep
- roede (zn):
- staaf, staak, stang
- roede (zn):
- gordijnrail
- roede (zn):
- penis
- roede (zn):
- staf
als synoniem van een ander trefwoord:
- piemel (zn) :
- fallus, fluit, geslacht, geslachtsapparaat, geslachtsdeel, geslachtsorgaan, jongeheer, leuter, lid, lul, mannelijk lid, opper, opperwachtmeester, paal, penis, piel, pik, pisser, plasser, potlood, prik, roe, roede, sannie, snikkel, stijve, tamp, tampeloeres, zwengel
- lul (zn) :
- fallus, fluit, geslacht, geslachtsdeel, geslachtsorgaan, jongeheer, leuter, lid, mannelijk lid, paal, penis, piel, piemel, pik, pisser, plasser, prik, rampetamp, roe, roede, sanne, sannie, snikkel, stijve, tamp, tampeloeres, zwengel
- penis (zn) :
- deel, fallus, fluit, jongeheer, leuter, lid, lul, mannelijk lid, paal, piel, pielemuis, piemel, piet, pik, pisser, potlood, plasser, rampetamp, roe, roede, sannie, sergeant-majoor, snikkel, stijve, tamp, tampeloeres, zwengel
- lid (zn) :
- fallus, geslacht, geslachtsdeel, geslachtsorgaan, jongeheer, leuter, lul, penis, piel, piemel, pik, plasser, roede, snikkel
- stang (zn) :
- baar, dwarslat, roede, spijl, staaf, steng, stok, tralie
- staf (zn) :
- roede, scepter, stok, wandelstok
- gesel (zn) :
- geselroede, roede, zweep
- gard (zn) :
- roede
woordverbanden van ‘roede’ grafisch weergegeven
in Charivarius' Een Ander Woord (1945):
- gesel:
- zweep, roede
- roede:
- staaf, zweep
- staaf:
- staak, stang, steng, staf, stok, baar, roede, garde
- stok:
- staf, staaf, staak, spaak, stang, roede, knuppel, knoet, knots, schacht, schrank, regel, boom
- zweep:
- gesel, roede, gard
bij andere sites: