volk

als woordenboektrefwoord:

volk:
o. verzameling mensen; werkvolk ; krijgsvolk enz.
volk:
o. (-en, -eren), bewoners van een rijk.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

volk (zn) :
crapuul, gajes, grauw, klootjesvolk, plebs, werkvolk
volk (zn) :
massa, menigte, mensen, meute
volk (zn) :
natie, stam
volk (zn) :
klanten

als synoniem van een ander trefwoord:

massa (zn) :
drom, gepeupel, grauw, kudde, menigte, meute, overhoop, schaar, stroom, volk, vulgus, zee, zwerm
publiek (zn) :
buitenwacht, buitenwereld, gemeen, goegemeente, massa, mensen, volk
mens (zn) :
publiek, volk
gajes (zn) :
mensen, volk
stam (zn) :
volk

woordverbanden van ‘volk’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

natie, volk

Natie verdient in die gevallen de voorkeur, waarin de onderlinge band tusschen de deelen alleen bestaat in gelijkheid van afkomst, taal, gewoonten en zeden, en niet in vereeniging onder dezelfde wetten en hetzelfde bestuur. De Joodsche natie. De Poolsche natie. Overigens beteekenen natie en volk hetzelfde. Onze natie, het Nederlandsche volk.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 357:

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 470:

natie, volk

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

volk
enkeling, individu, personage, persoon

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0034 c