Vertaling van 'build' uit het Engels naar het Nederlands

build (zn):
Constitution of the human body
bouw, figuur, gestalte, lichaamsbouw, lijn, postuur, statuur

build (zn):
Alternative names for the body of a human being
personage, vorm, afbeelding, cijfer, menselijk lichaam, vlees

build (ww):
Form or accumulate steadily
doorzetten, verhevigen

build (ww):
Make by combining materials and parts
bouwen, timmeren

Via: Ensyns.nl

build (ww):
bouwen(en) —.
(ca) Edificar.
(de) transitiv: ein Gerät, einen Gegenstand herstellen.
(de) transitiv: etwas errichten, herstellen (Gebäude, Straßen und Ähnliches).
(fr) Construire.
(fr) Construire, en parlant des églises, des palais et de très grands bâtiments..
(no) konstruere.
(ru) сооружать, возводить, воздвигать.
(pt) (dispor, combinar partes).
(pt) (juntar diferentes elementos para formar um todo).
(pt) (arquitetar).
(pt) (dar estrutura a).
(sv) skapa ett föremål, såsom en byggnad, maskin eller en apparat.
, opbouwen(en) —., maken(fr) Bâtir, élever, avec de la pierre, du bois, du métal,….
(fr) (Informatique) Créer un programme exécutable.
, aanleggen(fr) Construire., construeren(fr) Construire.

build (zn):
bouw(en) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken