Vertaling van 'cipher' uit het Engels naar het Nederlands

cipher (zn):
A secret method of writing
cijferschrift, code, cryptografie, geheimschrift, steganografie

cipher (zn):
A person of no influence
niemand, nul, schertsfiguur

cipher (zn):
A quantity of no importance
iets, nul, niks, niets

cipher (zn):
A mathematical element that when added to another number yields the same number
niets

cipher (ww):
Make a mathematical calculation or computation
plannen, uitwerken, calculeren, rekenen, becijferen, berekenen, uitrekenen

cipher (ww):
Convert ordinary language into code
versleutelen

Via: Ensyns.nl

cipher (zn):
cijfer(en) —.
(fr) symbole utilisé pour écrire les nombres. .
(ru) знак.
(es) —.
(pl) —.
(pl) —.
(pl) —.
, nummer(fr) symbole utilisé pour écrire les nombres. .
(pl) —.
(pl) —.
(pl) —.
, encryptie(fr) (Cryptographie) Protection d’un document incompréhensible sans la clé., teken(de) für etwas vereinbarte festgelegte grafische, akustische oder digitale Einheit; Symbol., versleuteling(fr) (Cryptographie) Protection d’un document incompréhensible sans la clé.

cipher (ww):
vercijferen(de) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken