conflict (zn):
A hostile meeting of opposing military forces in the course of a war
duel, gevecht, kamp, slag, treffen, tweegevecht, tweekamp, worsteling
conflict (zn):
An open clash between two opposing groups (or individuals)
zeeslag, veldslag, slag, conflict, incident, strijd
conflict (zn):
A disagreement or argument about something important
meningsverschil, onenigheid, onderscheid, verschil, geschil, dispuut, twistgesprek
conflict (zn):
A state of opposition between persons or ideas or interests
conflict, strijd, conflictsituatie
conflict (ww):
Be in conflict
met, conflicteren, confligeren
Via: Ensyns.nl
conflict (zn):
conflict(en) —.
(en) —.
(de) mit Gewalt ausgetragener Konflikt.
(de) Gegensatz von Meinungen oder Interessen.
(fr) Lutte armée.
(it) [[psicologia]].
(it) scontro, guerra.
(ru) столкновение противоположных сторон, мнений, сил., geschil(en) —.
(de) Gegensatz von Meinungen oder Interessen.
(it) scontro, guerra.
(it) [[psicologia]]., onverenigbaarheid(en) —., strijd(en) —., tegenstrijdigheid(en) —., dispuut(de) mit Gewalt ausgetragener Konflikt., twist(de) mit Gewalt ausgetragener Konflikt., vechtpartij(de) mit Gewalt ausgetragener Konflikt.
conflict (ww):
met(en) —.
(en) —.
(en) —., conflicteren(en) —., confligeren(en) —., overlappen(en) —., strijdig(en) —., zijn(en) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com