Vertaling van 'dish' uit het Engels naar het Nederlands

dish (zn):
An activity that you like or at which you are superior
kopje thee

dish (zn):
A piece of dishware normally used as a container for holding or serving food
taloor, gerecht, bord

dish (zn):
Directional antenna consisting of a parabolic reflector for microwave or radio frequency radiation
paraboolantenne, satellietschotel, schotel, schotelantenne

dish (zn):
A particular item of prepared food
gerecht, schotel

dish (zn):
A very attractive or seductive looking woman
beauty, bout, moot, schone, schoonheid, seksbom

dish (ww):
Provide (usually but not necessarily food)
dienen, dissen, opdienen, opdissen, opdoen, serveren, voorschotelen, voorzetten

Via: Ensyns.nl

N.B.: Er zijn geen WikiWoordenboek-resultaten omdat de Dbnary-server niet of niet op tijd heeft geantwoord.