Vertaling van 'face' uit het Engels naar het Nederlands

face (zn):
The feelings expressed on a person's face
expressie, uitdrukking

face (zn):
The front of the human head from the forehead to the chin and ear to ear
aangezicht, aanschijn, bakkes, facie, fieselefacie, fieselemie, gelaat, gezicht, ponem, porem, postzegel, smoel, smoelwerk, snoet, snufferd, snuit, toet, toetje, tronie

face (zn):
A specific size and style of type within a type family
font, lettersoort, lettertype, schrift, type

face (ww):
Deal with (something unpleasant) head on
confronteren

face (ww):
Oppose, as in hostility or a competition
confronteren

Via: Ensyns.nl

face (zn):
gezicht(en) —.
(en) —.
(ca) Rostre.
(ca) Esports: banda amb què es colpeja.
(ca) Rostre.
(ca) Esports: banda amb què es colpeja.
(de) seltener: Ansehen und Respekt (in den Augen anderer).
(de) seltener, pars pro toto: eine Person als Ganzes.
(de) moderner Mensch: Vorderseite des menschlichen Kopfes, auf der die Augen, die Nase und der Mund liegen.
(de) —.
(fi) ihmisen pään etuosa otsasta leukaan.
(lt) lt.
(fr) Face humaine.
(pt) (face, cara).
(ru) передняя часть головы.
(sv) framsidan av människans huvud.
(no) forsiden av hodet.
(pl) —.
, gezichtsdrukking(en) —., aangezicht(de) veraltend, gehoben: menschliches Gesicht.
(de) seltener: Ansehen und Respekt (in den Augen anderer).
(de) seltener, pars pro toto: eine Person als Ganzes.
(de) moderner Mensch: Vorderseite des menschlichen Kopfes, auf der die Augen, die Nase und der Mund liegen.
(lt) lt.
(fr) Face humaine.
(pl) —.
, gelaat(de) gehoben: vorderer Teil des Kopfes bei Menschen und Säugetieren.
(lt) lt.
(es) —.
(fr) Face humaine.
(pt) (face, cara).
(sv) ansikte.
(pl) —.
, air(de) —., emoticon(fr) Visage., facie(fr) Face humaine., gelaatsuitdrukking(de) —., mijne(de) —., porem(fr) Face humaine., toet(fr) Face humaine., uiterlijk(de) —., uitzicht(de) —., wijzerplaat(fi) kellon pinta, jolle numerot on asetettu ja jonka alalla osoittimet kulkevat.

face (ww):
naar ... (gericht) staan(en) —., de confrontatie aangaan met(en) —., mee afrekenen(en) —., onder ogen zien(en) —., tegemoet gaan(en) —., zich richten naar(en) —., zich richten (op)(en) —., aangaan(sv) hantera.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken