go by (ww):
Move past
langskomen, overdrijven, overtrekken, passeren, voorbijgaan, voorbijkomen, voorbijtrekken
go by (ww):
Pass by
omgaan, verglijden, verlopen, verstrijken, vervlieden, vlieden, voorbijgaan
Via: Ensyns.nl
go by (ww):
passeren(pl) —., voorbijgaan(pl) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com