omgaan

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

omgaan (ww) :
spelen, gebeuren, plaatsvinden, voorvallen, passeren, geschieden, zich afspelen
omgaan (ww) :
omkomen, voorbijgaan, verstrijken, vervlieden
omgaan (ww) :
omlopen, rondlopen, cirkelen, rondgaan
omgaan (ww) :
hanteren, behandelen, verkeren

als synoniem van een ander trefwoord:

gebeuren (ww) :
gevallen, voorkomen, optreden, verlopen, omgaan, vallen, spelen, plaatsvinden, voorvallen, passeren, geschieden, plaatshebben, toegaan, wedervaren, zich voordoen, zich voltrekken, zich afspelen, plaatsgrijpen
geschieden (ww) :
voorkomen, optreden, omgaan, spelen, gebeuren, plaatsvinden, tot stand komen, voorvallen, passeren, plaatshebben, zich voordoen, zich voltrekken, zich afspelen, plaatsgrijpen
rondlopen (ww) :
ijsberen, omgaan, rotsen, rondsluipen, wandelen, rondzwerven, omlopen, rondwandelen, rondgaan, rondslenteren, rondsjouwen, ronddrentelen
spelen (ww) :
gevallen, optreden, omgaan, gebeuren, plaatsvinden, voorvallen, passeren, geschieden, zich afspelen
omslaan (ww) :
omvallen, kippen, omgaan, kantelen, omkiepen, kapseizen, omkantelen, kenteren, dompen
rondgaan (ww) :
omgaan, dwalen, draaien, omlopen, circuleren, rondwandelen, cirkelen
omlopen (ww) :
omgaan, circuleren, rondgaan, de ronde doen
opschieten (ww) :
omgaan, samenwerken, overweg kunnen
omspringen (ww) :
omgaan, te werk gaan
leven (ww) :
handelen, omgaan
afgeven (ww) :
omgaan, inlaten
frequenteren (ww) :
omgaan
optrekken (ww) :
omgaan

woordverbanden van ‘omgaan’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0022 c