behandelen

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

behandelen (ww) :
aanpakken, afhandelen, afwikkelen, bewerken, implementeren, onder handen nemen, opknappen, regelen, verwerken
behandelen (ww) :
bediscussiëren, bespreken, doornemen, woorden wijden aan, zich wijden aan
behandelen (ww) :
beschrijven, bespreken, handelen over, gaan over, spreken over
behandelen (ww) :
aanwenden, bezigen, gebruiken, hanteren, omgaan met, toepassen
behandelen (ww) :
bejegenen, benaderen, omgaan met, tegemoet treden
behandelen (ww) :
bedienen, verplegen, verzorgen
behandelen (ww) :
berechten

als synoniem van een ander trefwoord:

bespreken (ww) :
bediscussiëren, behandelen, beoordelen, bepraten, beraadslagen, debatteren, doornemen, doorpraten, herbezinnen, het hebben over, kritiseren, praten over, recenseren, spreken over, uitpraten, uitspreken, vermelden
gebruiken (ww) :
aanwenden, behandelen, benutten, benuttigen, bezigen, hanteren, inschakelen, toepassen, utiliseren, zich bedienen van
bewerken (ww) :
aanpassen, bearbeiden, behandelen, bereiden, bijwerken, editen, fatsoeneren, omwerken, redigeren, uitwerken
hanteren (ww) :
aanwenden, bedienen, behandelen, bezigen, gebruiken, manipuleren, manoeuvreren met, omgaan met, verwerken
besturen (ww) :
bedienen, behandelen, bestieren, dirigeren, geleiden, loodsen, manoeuvreren, navigeren, rijden
regelen (ww) :
behandelen, beklinken, bepalen, besturen, regisseren, vaststellen
aanpakken (ww) :
behandelen, omspringen met, onder handen nemen, ondernemen
verzorgen (ww) :
behandelen, helpen, onderhouden, soigneren, verplegen
belichten (ww) :
behandelen, benaderen, uiteenzetten, verduidelijken
bejegenen (ww) :
bedienen, behandelen, omgaan met, tegemoet treden
manipuleren (ww) :
behandelen, bestrijken, betasten, hanteren
benaderen (ww) :
aanpakken, behandelen, te lijf gaan
opereren (ww) :
behandelen, helpen, opensnijden
omgaan (ww) :
behandelen, hanteren, verkeren
afdoen (ww) :
behandelen
trakteren (ww) :
behandelen

woordverbanden van ‘behandelen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

behandelen, bejegenen

Zich op de eene of andere wijze ten opzichte van iemand of iets gedragen. Behandelen heeft tot voorwerp personen en zaken; bejegenen alleen personen. Behandelen is handelen met onmiddellijke betrekking tot een persoon of voorwerp. Bejegenen veronderstelt eene ontmoeting, waarbij een van beide partijen handelend optreedt, en de andere het voorwerp dier handeling is. Die koopman in Riga heeft mij niet mooi behandeld. Men moet nooit iemand onheusch bejegenen.

behandelen, bewerken

Eene wetenschappelijke stof bearbeiden. Behandelen ziet meer op den inhoud, tegenover bewerken, dat meer ziet op den arbeid, aan vorm of voorbereiding besteed. Dat onderwerp is goed behandeld. De rede is met zorg bewerkt.

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

behandelen, bejegenen

Zich op de een of andere wijze tegenover een ander gedragen.

Bejegenen onderstelt een ontmoeting (in het Duitsch beteekent het dan ook ontmoeten, evenals bij ons nog ten tijde van Vondel); het geeft de houding te kennen, die men bij zulk een ontmoeting tegenover anderen aanneemt. Het woord heeft dus alleen betrekking op personen. Hij heeft mij op straat onheusch bejegend.

Behandelen geeft het handelen aan met betrekking tot menschen, dieren of voorwerpen, zonder aan een ontmoeting te denken. In den regel wordt er het bijdenkbeeld aan verbonden van een voortdurende herhaling der werking. Zulk een behandeling laat ik mij niet wel gevallen. (Zulk een bejegening, zou slechts op één geval zien.) Men moet de dieren goed behandelen. (De werking wordt voortdurend herhaald.)

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 247:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.003 c