aanwenden

als woordenboektrefwoord:

aanwenden:
(wendde aan, aangewend), gebruiken; toepassen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

aanwenden (ww) :
uitvoeren, hanteren, gebruiken, besteden, toepassen, laten gelden, aangrijpen, uitoefenen, bezigen, employeren

als synoniem van een ander trefwoord:

gebruiken (ww) :
inschakelen, hanteren, behandelen, benutten, toepassen, aanwenden, bezigen, zich bedienen van, utiliseren, benuttigen
hanteren (ww) :
verwerken, gebruiken, behandelen, bedienen, manipuleren, omgaan met, aanwenden, bezigen, manoeuvreren met
uitoefenen (ww) :
voeren, bedrijven, bekleden, beoefenen, gebruiken, verrichten, drijven, toepassen, aanwenden, exerceren
toepassen (ww) :
hanteren, gebruiken, benutten, aanwenden, bezigen, zich bedienen van
behandelen (ww) :
hanteren, gebruiken, toepassen, omgaan met, aanwenden, bezigen
ontplooien (ww) :
inzetten, gebruiken, aanwenden
employeren (ww) :
gebruiken, aanwenden
besteden (ww) :
aanwenden, wijden

woordverbanden van ‘aanwenden’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Door bepaalde middelen streven naar de bereiking van zeker doel. Gebruiken is het meest algemeen, en laat gevolg en wijze van handelen in het midden. Zijn tijd wel of kwalijk gebruiken. Zich ten nutte maken is gebruiken op zulk eene wijze, dat het gebruik voordeel geeft aan den gebruiker. Die zijn tijd aan beuzelingen verkwist, maakt zich dien schat niet ten nutte. Bezigen en zich bedienen van stellen de handeling voor in betrekking tot een doel, dat meestal in den zin wordt aangewezen. Bezigen wordt gezegd van het gebruik maken van zaken als werktuig, terwijl zich bedienen van even als gebruiken personen of zaken als object der handelingen kan hebben. Bij zich bedienen van staat meer op den voorgrond de hulp, die men van iemand of van iets kan hebben, voor de bereiking van zijn doel. Men bezigt gewoonlijk geen pennemes om vleesch te snijden, maar men kan er zich desnoods daartoe van bedienen. Besteden heet insgelijks iets als middel gebruiken, maar wordt voornamelijk ten opzichte van die zaken gezegd, die door het gebruik vergaan. Men besteedt zijn geld en zijn tijd, maar men gebruikt zijne pen. Met aanwenden is het begrip van een doel, waartoe krachten, vermogens of hulpmiddelen gebruikt worden, altijd onafscheidelijk verbonden. Vernuft, tijd, geld, moeite, vlijt, aanwenden. De middelen, die zij aanwendde, hielpen haar niet.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 68:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0019 c