aanvatten

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

aanvatten (ww) :
aangrijpen, aanvangen, beginnen, entameren, starten, te baat nemen
aanvatten (ww) :
aanpakken, beetpakken, grijpen, nemen, vastpakken

als synoniem van een ander trefwoord:

beginnen (ww) :
aanbreken, aanvangen, aanvatten, een aanvang nemen, ingaan, intreden, inzetten, losbarsten, starten, uitbreken, van start gaan
grijpen (ww) :
aanpakken, aanvatten, beetpakken, nemen, omklemmen, omvatten, pakken, vastgrijpen, vatten
pakken (ww) :
aannemen, aanvatten, beetpakken, grijpen, nemen, opnemen, vastnemen, vatten
beetpakken (ww) :
aangrijpen, aanpakken, aanvatten, grijpen, omklemmen, vastgrijpen, vatten
aanpakken (ww) :
aanvatten, beetpakken, beroeren, grijpen, overnemen, vastpakken
aangrijpen (ww) :
aanvatten, beetpakken, nemen, pakken, waarnemen
vastgrijpen (ww) :
aangrijpen, aanpakken, aanvatten, beetpakken
in beslag nemen (ww) :
aanvatten, confisqueren, verbeurdverklaren
aanbinden (ww) :
aangaan, aanknopen, aanvatten, beginnen
aannemen (ww) :
aangrijpen, aanpakken, aanvatten, nemen

woordverbanden van ‘aanvatten’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Aanvatten is stoffelijke voorwerpen aanraken en vasthouden (meestal met voorzichtigheid); aanpakken is de gemeenzame uitdrukking voor onbeschroomd aanvatten; aantasten wil zeggen met de volle hand aanvatten (meestal onbesuisd); aangrijpen plotseling, snel of krachtig iets aanvatten; ook figuurlijk. Grijpt stout de wapens aan; eene gelegenheid, aangrijpen; een zaak flink aanpakken of aanvatten; een voorwerp, een werk aanvatten. Het is een heet ijzer om aan te tasten.

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 8:

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 1:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0026 c