beginnen

als woordenboektrefwoord:

beginnen:
(begonnen), aanvangen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

beginnen (ww) :
aanbreken, aanvangen, aanvatten, een aanvang nemen, ingaan, intreden, inzetten, losbarsten, starten, uitbreken, van start gaan
beginnen (ww) :
aan de gang gaan, aan de slag gaan, aanhangig maken, aanpakken, ondernemen, openen, opzetten, starten
beginnen (ww) :
aangaan, aanbinden, aanknopen, aansnijden, aanspannen, entameren, inluiden, op zich nemen

als synoniem van een ander trefwoord:

ontstaan (ww) :
beginnen, ontspringen, ontspruiten, opkomen, tot stand komen, voortkomen, voortspruiten, worden, zich ontspinnen, zich ontwikkelen, zich vormen
ondernemen (ww) :
aangaan, aanpakken, aanvaarden, aanvangen, beginnen, beproeven, inzetten, op zich nemen, wagen
stichten (ww) :
beginnen, bouwen, funderen, gronden, grondvesten, instellen, institueren, oprichten, vestigen
opzetten (ww) :
beginnen, beramen, bouwen, ondernemen, opbouwen, oprichten, opstellen, optrekken, stichten
losbarsten (ww) :
beginnen, exploderen, losbranden, losbreken, loskomen, ontploffen, uitbarsten, uitbreken
aanvaarden (ww) :
aangaan, aannemen, aanpakken, aanvangen, beginnen, ondernemen, op zich nemen, opvatten
inzetten (ww) :
aanheffen, aanvangen, beginnen, ondernemen, ontplooien, openen, opstarten, starten
entameren (ww) :
aankaarten, aansnijden, aanzwengelen, beginnen, in behandeling nemen
aanvatten (ww) :
aangrijpen, aanvangen, beginnen, entameren, starten, te baat nemen
ingaan (ww) :
beginnen, in effect treden, in werking treden, van kracht worden
openen (ww) :
beginnen, ontsluiten, openstellen, oprichten, opzetten
aanbinden (ww) :
aangaan, aanknopen, aanvatten, beginnen
aanknopen (ww) :
aanbinden, aangaan, aanvangen, beginnen
inspannen (ww) :
aanspannen, beginnen, instellen, voeren
starten (ww) :
aangaan, aanvangen, beginnen, openen
aangaan (ww) :
aanvangen, beginnen, ondernemen
instellen (ww) :
beginnen, organiseren, starten
ter hand nemen (ww) :
beginnen, ondernemen, opvatten
aanpakken (ww) :
beginnen, opzetten, starten
aankomen (ww) :
beginnen, ontstaan
aanvangen (ww) :
beginnen, starten
intreden (ww) :
beginnen
invallen (ww) :
beginnen
tijgen (ww) :
beginnen
uitkomen (ww) :
beginnen
voorgaan (ww) :
beginnen

woordverbanden van ‘beginnen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Beginnen en aanvangen zijn alleen synoniem ten opzichte van handelingen; men kan b.v. wel zeggen de weg of het kanaal begint daar, niet de weg, het kanaal vangt daar aan. Ten opzichte van eene handeling staan aanvangen en beginnen gelijk; het eerste wordt meer in deftigen stijl gebruikt. Ondernemen wordt vooral gezegd, wanneer men iets zeer moeilijks of gevaarlijks gaat beginnen, waarvoor een zekere durf noodig is; bij voorkenr wordt het van een tocht of reis gezegd. In dat geval is het synoniem met aanvaarden, dat alleen wanneer het vergezeld gaat van reis of tocht, de beteekenis heeft van beginnen. Een tocht ondernemen en een tocht aanvaarden verschillen in zooverre, dat men bij de eerste uitdrukking meer denkt aan het moeilijke en gevaarlijke, bij de laatste uitdrukking aan het feit, dat men op reis gaat. Aanheffen, vroeger ook meer in algemeenen zin gebezigd, wordt thans alleen gebruikt voor beginnen te zingen. Een lied aanheffen.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 24:

aanheffen, aanvangen, beginnen

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

beginnen
aflopen, afnokken, beëindigen, eindigen, ophouden, staken, stoppen, uitscheiden, verstrijken

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0036 c