handelen

als woordenboektrefwoord:

handelen:
(gehandeld), handel drijven ; zich gedragen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

handelen (ww) :
ageren, doen, in actie komen, opereren, optreden, te werk gaan, verrichten
handelen (ww) :
handeldrijven, verhandelen, verkopen
handelen (ww) :
betreffen, gaan

als synoniem van een ander trefwoord:

doen (ww) :
bedrijven, begaan, beoefenen, betrachten, bewerken, bewerkstelligen, bezigen, effectueren, flikken, gedragen, handelen, maken, optreden, plegen, realiseren, uitrichten, uitvoeren, verrichten, vervullen, zich gedragen
gaan (ww) :
bewegen, doorreizen, fietsen, handelen, inslaan, kenteren, keren, koersen, komen, lopen, reizen, rijden, tiegen, tijgen, trekken, varen, zich begeven, zich bewegen, zich voortbewegen
verkopen (ww) :
afzetten, handeldrijven, handelen, omzetten, overdoen, slijten, van de hand doen, veilen, venten, verhandelen
verrichten (ww) :
bedrijven, bewerkstelligen, doen, handelen, plegen, uitoefenen, uitrichten, uitvoeren, uitwerken, volbrengen
opereren (ww) :
functioneren, handelen, handelend optreden, optreden, te werk gaan, werken
optreden (ww) :
handelen, opereren, stappen ondernemen, te werk gaan
gedragen (ww) :
handelen, optreden, zich opstellen
ageren (ww) :
handelen, optreden, werken
leven (ww) :
handelen, omgaan

woordverbanden van ‘handelen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Zijne kracht aanwenden om iets tot stand te brengen. Doen is het algemeene begrip, en wordt van elke uiting van kracht gezegd, onverschillig of deze van den mensch, het dier, of van eene natuurkracht of een begrip uitgaat. Men zegt evenzeer: wat doet de mensch en wat doet de hond als wat zou het weer willen doen en wat doet des menschen geloof tot zijne zaligheid. Handelen wordt vooral gebezigd van de door verstand en wil veroorzaakte werkzaamheid van redelijke wezens; van levenlooze stoffen en van dieren gebruikt men werken. Het middel begint te werken. De spinnen werken. Werken onderstelt altoos een uitwerksel, een gewrocht. Verrichten wordt meestal gebezigd van het volbrengen van een werk, dat op eene bepaalde wijze moet geschieden; zijne dagelijksche bezigheden verrichten. Verrichten grenst in zijne beteekenis aan volbrengen (z. afdoen); het heeft echter meer de handeling zelf op het oog, terwijl volbrengen meer op het resultaat ziet. Maken onderscheidt zich van doen hierdoor, dat de werking altijd onder het bereik der linnen valt, en gewoonlijk ook iets duurzaams achterlaat. (Eene wandeling, eene reis, een tocht maken zijn uitdrukkingen in strijd met het Nederlandsche taaleigen, dat hier doen vereischt). Vervaardigen voegt aan de beteekenis van maken die van voltooien toe. Gelijk verrichten doorgaans in een goeden zin gebruikt wordt, komt bedrijven meest altijd in een slechten zin voor, b.v. eene edele daad verrichten, een snood stuk bedrijven.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 228:

in de Woordenlijst onnodig Engels:

handelen  ww.:
afhandelen, verwerken, behandelen; behappen, aankunnen §, hanteren, omgaan met

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0036 c