mishandelen

als woordenboektrefwoord:

mishandelen:
(mishandeld), ergerlijk kastijden; slecht behandelen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

mishandelen (ww) :
maltraiteren, radbraken, ruw behandelen
mishandelen (ww) :
aftuigen, havenen, pijnigen, toetakelen

als synoniem van een ander trefwoord:

slaan (ww) :
afranselen, afrossen, beuken, geselen, hameren, hengsten, houwen, kastijden, keilen, klappen geven, kleunen, knallen, knuppelen, kwakken, meppen, mishandelen, neuken, op de broek geven, pekken, petsen, raken, rammeien, rammen, ranselen, smakken, stampen, stompen, stoten, straffen, timmeren, treffen, turven, uithalen, vechten
afrossen (ww) :
afdekken, afdrogen, afkloppen, aframmelen, afranselen, aftroeven, aftuigen, koteren, mishandelen, pegelen, pekelen, pekken, rammel geven, slaag geven, slaan, tuchtigen
molesteren (ww) :
bedreigen, hinderen, lastig vallen, mishandelen
martelen (ww) :
folteren, mishandelen

woordverbanden van ‘mishandelen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

folteren:
martelen, kwellen, pijnigen, mishandelen
mishandelen:
folteren

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 428:

mishandelen, slecht behandelen

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0027 c