smakken

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

smakken (ww) :
kwakken, slingeren, smijten, sodemieteren
smakken (ww) :
klappen, knallen

als synoniem van een ander trefwoord:

slaan (ww) :
afranselen, afrossen, beuken, geselen, hameren, hengsten, houwen, kastijden, keilen, klappen geven, kleunen, knallen, knuppelen, kwakken, meppen, mishandelen, neuken, op de broek geven, pekken, petsen, raken, rammeien, rammen, ranselen, smakken, stampen, stompen, stoten, straffen, timmeren, treffen, turven, uithalen, vechten
vallen (ww) :
buitelen, donderen, duikelen, duvelen, flikkeren, glippen, instorten, kieperen, kletteren, kukelen, kwakken, lazeren, mieteren, omvallen, onderuit gaan, ploffen, plonzen, rollen, smakken, sodemieteren, storten, struikelen, tuimelen, uitglijden
smijten (ww) :
donderen, duvelen, flikkeren, gooien, kegelen, keilen, kieperen, kletsen, knallen, kogelen, kwakken, lazeren, mieteren, patsen, plenzen, slaan, slingeren, smakken, sodemieteren, werpen
gooien (ww) :
donderen, duvelen, flikkeren, kegelen, keilen, kieperen, kwakken, lazeren, mieteren, mikken, slingeren, smakken, smijten, sodemieteren, storten, werpen
klappen (ww) :
flappen, klapperen, knallen, meppen, slaan, smakken, tikken
slingeren (ww) :
gooien, smakken, smijten, werpen
slobberen (ww) :
drinken, eten, slurpen, smakken

woordverbanden van ‘smakken’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0026 c