koersen

als woordenboektrefwoord:

koersen:
(gekoerst), de koers richten.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

koersen (ww) :
ramen, schatten
koersen (ww) :
klaarspelen
koersen (ww) :
racen

als synoniem van een ander trefwoord:

gaan (ww) :
bewegen, doorreizen, fietsen, handelen, inslaan, kenteren, keren, koersen, komen, lopen, reizen, rijden, tiegen, tijgen, trekken, varen, zich begeven, zich bewegen, zich voortbewegen
schatten (ww) :
begroten, beramen, censeren, estimeren, evalueren, koersen, mikken, overzien, ramen, rooien, taxeren, waarderen
ramen (ww) :
begroten, berekenen, gissen, koersen, mikken, rooien, schatten, taxeren, waarderen
rennen (ww) :
draven, hardlopen, hollen, jagen, koersen, racen, runnen, snellen, stuiven
zich meten (ww) :
koersen, mededingen, meedingen, rivaliseren, strijden, wedijveren
evalueren (ww) :
begroten, keuren, koersen, ramen, schatten, taxeren, vaststellen

woordverbanden van ‘koersen’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0027 c