Vertaling van 'produce' uit het Engels naar het Nederlands

produce (zn):
Fresh fruits and vegetable grown for the market
landbouwproduct, landbouwproducten, landbouwprodukt, landbouwprodukten

produce (ww):
Come to have or undergo a change of (physical features and attributes)
ontwikkelen

produce (ww):
Create or manufacture a man-made product
produceren, maken, beschikbaar stellen, voorleggen, creëren, scheppen

produce (ww):
Bring forth or yield
voortbrengen

produce (ww):
Cause to happen, occur or exist
bewerkstelligen

Via: Ensyns.nl

produce (ww):
produceren(en) —.
(en) —.
(es) —.
(pl) —.
, maken(en) —.
(en) —.
(es) —.
, beschikbaar stellen(en) —., voorleggen(en) —., aanmaken(de) etwas herstellen, etwas zustande bringen., fabriceren(de) transitiv: etwas herstellen, ein Produkt erschaffen., laten zien(de) transitiv: jemandem etwas zur Begutachtung oder Prüfung präsentieren/vorlegen., opleveren(de) Ertrag liefern: ein gewünschtes Naturprodukt erzeugen., tonen(de) transitiv: jemandem etwas zur Begutachtung oder Prüfung präsentieren/vorlegen., vervaardigen(de) transitiv: etwas herstellen, ein Produkt erschaffen., voortbrengen(pl) —., winnen(de) —.

produce (zn):
product(en) —., waar(en) —., waren(en) —., productie(pt) ato de produzir.

Via: Dbnary en WikiWoordenboeken