Vertaling van 'resist' uit het Engels naar het Nederlands

resist (ww):
Stand up or offer resistance to somebody or something
kanten, keren, roeren, vechten, verweren, verzetten, weren

resist (ww):
Express opposition through action or words
afwijzen, protesteren, steigeren

resist (ww):
Resist immunologically the introduction of some foreign tissue or organ
afstoten

Via: Ensyns.nl

resist (ww):
weerstaan(en) —.
(de) standhaft bleiben, einer Versuchung nicht erliegen.
(de) trotzen, sich widersetzen, nicht nachgeben, Widerstand leisten.
, zich verzetten(en) —., kick(ru) брыкать кого-либо., schoppen(ru) брыкать кого-либо.

resist (zn):
weerstand(sv) det att människor ogärna tar till sig nya tankesätt.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken