serve (zn):
(sports) a stroke that puts the ball in play
opslaan, opslag, service
serve (ww):
Provide (usually but not necessarily food)
dienen, dissen, opdienen, opdissen, opdoen, serveren, voorschotelen, voorzetten
serve (ww):
Work for or be a servant to
serveren, opdienen
serve (ww):
Devote (part of) one's life or efforts to, as of countries, institutions, or ideas
dienen
serve (ww):
Be sufficient; be adequate, either in quality or quantity
volstaan, [[het]] [[ermee]] [[doen]]
serve (ww):
Serve a purpose, role, or function
dienen, figureren, functioneren, fungeren
serve (ww):
Spend time in prison or in a labor camp
eraan
Via: Ensyns.nl
Via: Memodata.com
N.B.: Er zijn geen WikiWoordenboek-resultaten omdat de Dbnary-server niet of niet op tijd heeft geantwoord.