echec

als woordenboektrefwoord:

echec:
o. schade; nederlaag: echec lijden.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

echec (zn) :
afgang, fiasco, flop, miskleun, mislukking, nederlaag, sof, zeper, zeperd

als synoniem van een ander trefwoord:

mislukking (zn) :
bankroet, debacle, echec, failliet, fiasco, flop, misser, misslag, nederlaag, sof, tegenspoed
zeper (zn) :
echec, fiasco, miskleun, mislukking, sof, strop, tegenvaller, zeperd
failliet (zn) :
breakdown, deconfiture, deficit, echec, mislukking, ondergang
fiasco (zn) :
afgang, debacle, echec, flop, miskleun, mislukking, sof, zeper
flop (zn) :
afgang, echec, fiasco, mislukking, misser, sof, zeper
falen (zn) :
echec, mislukking, misser
nederlaag (zn) :
echec, mislukking, val

woordverbanden van ‘echec’ grafisch weergegeven

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

echec
succes

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0028 c