huiveren

als woordenboektrefwoord:

huiveren:
(gehuiverd), rillen; sidderen ; ijzen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

huiveren (ww) :
gruwelen, grillen, griezelen, sidderen, ijzen
huiveren (ww) :
beven, rillen, bibberen, trillen
huiveren (ww) :
terugdeinzen, terugschrikken

als synoniem van een ander trefwoord:

twijfelen (ww) :
wankelen, huiveren, aarzelen, in twijfel staan, terugdeinzen, schromen, dubben, weifelen, in dubio staan
trillen (ww) :
schudden, huiveren, beven, rillen, bibberen, sidderen, zinderen, trembleren
ijzen (ww) :
huiveren, griezelen, verstijven, sidderen, gruwen
griezelen (ww) :
huiveren, rillen, sidderen, ijzen
schromen (ww) :
huiveren, vrezen, duchten
grillen (ww) :
huiveren, rillen
gruwen (ww) :
huiveren, ijzen

woordverbanden van ‘huiveren’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c