troosten

als woordenboektrefwoord:

troosten:
(troostte, getroost), bemoedigen ; tot berusting brengen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

troosten (ww) :
bemoedigen, opbeuren, opmonteren
troosten (ww) :
sterken, steunen

als synoniem van een ander trefwoord:

bemoedigen (ww) :
aanmoedigen, aansporen, aanzetten, animeren, moed inspreken, opbeuren, oppeppen, sterken, troosten
opbeuren (ww) :
bemoedigen, opfleuren, opkikkeren, opmonteren, opvrolijken, troosten, verkwikken, vertroosten
geruststellen (ww) :
troosten

woordverbanden van ‘troosten’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

opbeuren, troosten

Opnieuw moed en vertrouwen inboezemen.

Troosten is het geleden verlies helpen verlichten en vertrouwen op de toekomst opwekken; opbeuren (omhoog heffen): een door diepe droefheid terneergeslagen gemoed met nieuwen levensmoed bezielen.

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0295 nc