zeveren

als woordenboektrefwoord:

zeveren:
(gezeverd), kwijlen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

zeveren (ww) :
kletsen, temen, wauwelen, zaniken, zeuren
zeveren (ww) :
motregenen
zeveren (ww) :
kwijlen

als synoniem van een ander trefwoord:

zeuren (ww) :
donderen, drammen, dreinen, drenzen, emmeren, jammeren, jengelen, jeremiëren, kankeren, klagen, klieren, klooien, kloten, kutkammen, kwezelen, kwijlen, lazeren, malen, mauwen, meieren, mekken, mekkeren, melken, mieren, neuzelen, ouwehoeren, palaveren, reutelen, simmen, urmen, vervelen, zagen, zaniken, zeiken, zemelen, zemelknopen, zeveren, zich beklagen over, ziegezagen, zieken, zijn beklag doen over
zaniken (ww) :
dreinen, drenzen, emmeren, jengelen, kutkammen, leuteren, malen, meieren, mekkeren, melken, teuten, zagen, zeiken, zemelen, zeuren, zeveren, ziegezagen
kletsen (ww) :
bazelen, beuzelen, dazen, leuteren, lullen, onzin verkopen, raaskallen, razen, wauwelen, zeveren, zwammen, zwetsen
wauwelen (ww) :
bazelen, dazen, kakelen, kletsen, leuteren, ouwehoeren, zeveren, zwammen
kwijlen (ww) :
zabberen, zeveren

woordverbanden van ‘zeveren’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0044 c