zeuren
als woordenboektrefwoord:
- zeuren:
- (gezeurd), zaniken.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
- zeuren (ww):
- donderen, drammen, dreinen, drenzen, emmeren, jammeren, jengelen, jeremiëren, kankeren, klagen, klieren, klooien, kloten, kutkammen, kwezelen, kwijlen, lazeren, malen, mauwen, meieren, mekken, mekkeren, melken, mieren, neuzelen, ouwehoeren, palaveren, reutelen, simmen, urmen, vervelen, zagen, zaniken, zeiken, zemelen, zemelknopen, zeveren, zich beklagen over, ziegezagen, zieken, zijn beklag doen over
- zeuren (ww):
- aandringen
als synoniem van een ander trefwoord:
- zaniken (ww) :
- dreinen, drenzen, emmeren, jengelen, kutkammen, leuteren, malen, meieren, mekkeren, melken, teuten, zagen, zeiken, zemelen, zeuren, zeveren, ziegezagen
- jammeren (ww) :
- blèren, janken, jengelen, jeremiëren, kermen, klagen, kreunen, lamenteren, weeklagen, zeuren
- urmen (ww) :
- klagen, mekkeren, miepen, mieren, piepen, zaniken, zemelen, zeuren
- simmen (ww) :
- dreinen, janken, jengelen, schreien, simpen, zeuren
- chicaneren (ww) :
- haarkloven, muggenziften, vitten, zaniken, zeuren
- zeveren (ww) :
- kletsen, temen, wauwelen, zaniken, zeuren
- dreinen (ww) :
- jengelen, mieren, mokken, zaniken, zeuren
- zemelen (ww) :
- drenzen, temen, zaniken, zeiken, zeuren
- teuten (ww) :
- babbelen, kletsen, wauwelen, zeuren
- teuten (ww) :
- dralen, talmen, treuzelen, zeuren
- jengelen (ww) :
- dreinen, drenzen, huilen, zeuren
- drammen (ww) :
- aandringen, doordrammen, zeuren
- donderen (ww) :
- donderjagen, zaniken, zeuren
- lijmen (ww) :
- talmen, treuzelen, zeuren
- pruilen (ww) :
- dreinen, drenzen, zeuren
- kwezelen (ww) :
- femelen, zemelen, zeuren
- zagen (ww) :
- zaniken, zeiken, zeuren
- emmeren (ww) :
- zaniken, zeiken, zeuren
- reutelen (ww) :
- zaniken, zeuren
- kwijlen (ww) :
- zaniken, zeuren
- malen (ww) :
- zaniken, zeuren
- mieren (ww) :
- emmeren, zeuren
- ouwehoeren (ww) :
- zeuren
woordverbanden van ‘zeuren’ grafisch weergegeven
in Charivarius' Een Ander Woord (1945):
- talmen:
- dralen, beuzelen, treuzelen, teuten, temen, slabakken, sammelen, zeuren, zaniken, hoetelen, marren, aarzelen
- zaniken:
- zeuren, dreinen, drenzen, femelen, temen, leuteren, malen, zemelen, dwingen
- zeuren:
- zaniken
- zie ook:
- zeur
bij andere sites: