als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
als synoniem van een ander trefwoord:
woordverbanden van ‘zoom’ grafisch weergegeven
in Charivarius' Een Ander Woord (1945):
in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):
De grenzen van een vlak. Boord, rand, kant en zoom worden van de grenzen van verschillende soorten van vlakken gezegd; kust, oever, strand en wal alleen van de grenzen eener uitgestrektheid lands, wanneer deze door water worden aangegeven. Kant duidt meestal de smallere zij-vlakte van iets aan: de kant van de tafel, van een geldstuk (ook de rand), de waterkant. Men zegt verder den boord of den rand van een glas, den kant van een vlot. Wanneer men van de boorden eener rivier spreekt, dan verstaat men daar eigenlijk de grenslijnen harer bedding onder. De grens van eene vlakteuitgestrektheid, van een bosch, enz. noemt men den kant, den rand of den zoom. Van kleedingstnkken gebezigd, duidt zoom den omgeslagen en vastgenaaiden rand aan, waardoor het uitrafelen wordt voorkomen. Tusschen den zoom en den rand van een zakdoek bestaat dus een vrij groot verschil; deze woorden zijn dan ook hier geen synoniemen. De rand (lijst) om een plafond. Oever wordt zoowel met betrekking tot de zee als tot rivieren gebezigd, strand alleen met betrekking tot de zee. Kust heet de lijn, waarin land en zee elkander ontmoeten; verder wordt er onder verstaan de geheele streek land, die zich langs de zee uitstrekt. Door wal verslaat men een oever, waaraan door kunst meer verhevenheid gegeven is, dan hij oorspronkelijk had, gelijk b.v. het geval is met de oevers van de meeste Hollandsche binnenwateren.
in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 391:
in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 305:
bij andere sites:
debug info: 0.0021 c