Vertaling van 'count' uit het Engels naar het Nederlands

count (zn):
The act of counting; reciting numbers in ascending order
opsommen, opsomming, tel, telling, telwerk

count (zn):
A nobleman (in various countries) having rank equal to a British earl
graaf

count (ww):
Have faith or confidence in
vertrouwen op, rekenen op

count (ww):
Determine the number or amount of
opsommen, rekenen, tellen

count (ww):
Have weight; have import, carry weight
gelden, meespreken, meetellen, schelen, spelen, tellen, uitmaken, verrekken, verrotten

Via: Ensyns.nl

N.B.: Er zijn geen WikiWoordenboek-resultaten omdat de Dbnary-server niet of niet op tijd heeft geantwoord.