deliver (ww):
Cause to be born
baren, bevallen
deliver (ww):
Pass down
weergeven
deliver (ww):
Bring to a destination, make a delivery
baren, bevrijden, overdragen, overhandigen, afleveren, bezorgen, leveren
deliver (ww):
To surrender someone or something to another
omspitten, overgeven, spitten
deliver (ww):
Hand over to the authorities of another country
uitleveren
deliver (ww):
Free from harm or evil
bevrijden, verlossen, behouden, redden
deliver (ww):
Save from sins
vrijkopen, bevrijden
Via: Ensyns.nl
deliver (ww):
baren(en) —.
(de) ein Kind zur Welt bringen.
(fi) tuoda ulos kohdustaan.
(pl) —., afleveren(en) —.
(de) eine Lieferung zum jeweiligen Adressaten bringen.
(sv) avlämna varor eller resultat., bevrijden(en) —., bevallen(de) ein Kind zur Welt bringen.
(pl) —., bezorgen(sv) avlämna varor eller resultat., leveren(sv) avlämna varor eller resultat., lezen(lt) lt., overhandigen(ru) давать в руки., uitreiken(ru) давать в руки., verstrekken(de) Ware zum Käufer transportieren., verzenden(de) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com