Vertaling van 'measure' uit het Engels naar het Nederlands

measure (zn):
How much there is or how many there are of something that you can quantify
hoeveelheid, kwantiteit

measure (zn):
Any maneuver made as part of progress toward a goal
fase, maatregel, stap

measure (zn):
The act or process of assigning numbers to phenomena according to a rule
maat, afmeting, opmeting, meting

measure (zn):
A container of some standard capacity that is used to obtain fixed amounts of a substance
maat, meten

measure (zn):
A statute in draft before it becomes law
memorandum

measure (zn):
A basis for comparison; a reference point against which other things can be evaluated
toetssteen, lengte, criterium, graadmeter, maatstaf, norm, normering, standaard

measure (ww):
Express as a number or measure or quantity
kwantificeren

measure (ww):
Determine the measurements of something or somebody, take measurements of
afmeten, afpassen

measure (ww):
Evaluate or estimate the nature, quality, ability, extent, or significance of
waarderen, taxeren, koersen, ramen, schatten

measure (ww):
Have certain dimensions
meten

Via: Ensyns.nl

N.B.: Er zijn geen WikiWoordenboek-resultaten omdat de Dbnary-server niet of niet op tijd heeft geantwoord.