Vertaling van 'put up' uit het Engels naar het Nederlands

put up (ww):
Preserve in a can or tin
kunnen, steriliseren, vermogen, wecken, weten

put up (ww):
Put up with something or somebody unpleasant
doormaken, doorstaan, dragen, dulden, gedogen, getroosten, harden, incasseren, kampen, velen, verdragen, verduren

put up (ww):
Construct, build, or erect
optrekken

put up (ww):
Provide housing for
huisvesten

Via: Ensyns.nl

put up (ww):
opdissen(en) —., opbouwen(fr) Ériger, élever.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken