Vertaling van 'throw' uit het Engels naar het Nederlands

throw (zn):
The act of throwing (propelling something with a rapid movement of the arm and wrist)
gooi, worp

throw (ww):
Propel through the air
flikkeren, gooien, jenzen, kegelen, keilen, kieperen, knikkeren, kogelen, kukelen, kwakken, lazeren, mikken, plompen, werpen, zwiepen

throw (ww):
Cause to be confused emotionally
doen twijfelen, verbijsteren

throw (ww):
Organize or be responsible for
houden, voeren

throw (ww):
Make on a potter's wheel
kleien

throw (ww):
Cause to fall off
smijten, gooien

throw (ww):
Be confusing or perplexing to; cause to be unable to think clearly
verslaan, verbazen, verwarren, in de war schoppen

Via: Ensyns.nl

N.B.: Er zijn geen WikiWoordenboek-resultaten omdat de Dbnary-server niet of niet op tijd heeft geantwoord.