Vertaling van 'vigor' uit het Engels naar het Nederlands

vigor (zn):
Forceful exertion
arbeidsvermogen, daadkracht, energie, fut, geestkracht, kloekheid, pep, pit, puf, slagkracht

vigor (zn):
An imaginative lively style (especially style of writing)
bloei

Via: Ensyns.nl

vigor (zn):
elan(de) die Begeisterung oder der Schwung, womit man etwas macht., kracht(de) das menschliche Vermögen (körperliche, schöpferische Kraft).

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken