energie

als woordenboektrefwoord:

energie:
v. geestkracht; klem ; arbeidsvermogen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

energie (zn) :
daadkracht, fut, geestkracht, kloekheid, kracht, ondernemingslust, pep, pit, puf, slagkracht, stootkracht, veerkracht, vitaliteit, voortvarendheid, wilskracht
energie (zn) :
arbeidsvermogen, werkzaamheid

als synoniem van een ander trefwoord:

fut (zn) :
aandrift, bedrijvigheid, daadkracht, doorzettingsvermogen, energie, flinkheid, geestkracht, kloekheid, kracht, lust, opgewektheid, pep, pit, pittigheid, poeder, puf, slagkracht, stootkracht, veerkracht, vitaliteit, vuur, werklust
kracht (zn) :
druk, dynamiek, energie, flinkheid, force, fors, fut, geweld, gewicht, hardheid, hevigheid, intensiteit, jeu, lichaamskracht, macht, onstuimigheid, pit, sterkte, vaart, vermogen, vuur, waarde, werkvermogen
daadkracht (zn) :
arbeidsvermogen, energie, fut, geestkracht, kloekheid, pep, pit, puf, slagkracht, stootkracht, werkkracht
veerkracht (zn) :
elan, energie, fut, pep, reserve, stuwkracht, weerstandsvermogen, wilskracht
werkzaamheid (zn) :
actie, activiteit, bedrijf, bedrijvigheid, energie, ijver, vlijt, werk
pit (zn) :
energie, fut, geestkracht, jeu, karakter, kracht, leven, ruggengraat
vitaliteit (zn) :
beweeglijkheid, energie, fut, levendigheid, levenskracht
punch (zn) :
doorzettingsvermogen, durf, energie, pit, wilskracht
geestkracht (zn) :
energie, vastbeslotenheid, wilskracht
levenskracht (zn) :
energie, geest, prana, vitaliteit
pep (zn) :
energie, fut, veerkracht

woordverbanden van ‘energie’ grafisch weergegeven

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.003 c