doortrekken

als woordenboektrefwoord:

doortrekken:
(trok door, doorgetrokken), door een plaats of land gaan; langer maken (een lijn).
doortrekken:
(doortrok, doortrokken), in verschillende richtingen gaan; vocht opnemen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

doortrekken (ww) :
afreizen, doorkruisen, doorreizen, doorsnijden, rondtrekken
doortrekken (ww) :
doorspoelen, wegspoelen
doortrekken (ww) :
uitbreiden, verlengen
doortrekken (ww) :
doorgaan, verdergaan
doortrekken (ww) :
doorsijpelen
doortrekken (ww) :
doordrenken, doorweken, impregneren

als synoniem van een ander trefwoord:

doorkruisen (ww) :
bereizen, doorlopen, doorreizen, doorrijden, doorstromen, doortrekken, doorvaren, rondtrekken
afreizen (ww) :
aflopen, bereizen, doorreizen, doortrekken
doorspoelen (ww) :
doortrekken, wegspoelen
doorhalen (ww) :
doortrekken
doordringen (ww) :
doortrekken, intrekken, vervullen
penetreren (ww) :
doordrenken, doortrekken, drenken

woordverbanden van ‘doortrekken’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c