gedijen

als woordenboektrefwoord:

gedijen:
(gedijd), voorspoedig groeien.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

gedijen (ww) :
groeien, bloeien, slagen, tieren, floreren
gedijen (ww) :
strekken

als synoniem van een ander trefwoord:

bloeien (ww) :
goed draaien, welvarend zijn, voorspoed hebben, gedijen, floreren
tieren (ww) :
groeien, wassen, aarden, gedijen, floreren
aarden (ww) :
groeien, wennen, tieren, gedijen
aankomen (ww) :
groeien, tieren, gedijen
floreren (ww) :
bloeien, tieren, gedijen
aangroeien (ww) :
tieren, gedijen
aarden (ww) :
tieren, gedijen
groeien (ww) :
tieren, gedijen
strekken (ww) :
gedijen

woordverbanden van ‘gedijen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

groeien, gedijen, wassen

Alle drie geven een toenemen in omvang of grootte te kennen. Gedijen is eigenlijk zich uitzetten, en heeft vervolgens de beteekenis gekregen van grooter worden en voorspoedig groeien. Groeien is in omvang toenemen, allengs grooter of langer worden. Wassen is oorspronkelijk sterker worden, toenemen in kracht, en vervolgens, dewijl dit er meestal mede gepaard gaat, toenemen in grootte en hoogte. In deze laatste beteekenis wordt wassen — niet echter groeien en gedijen — ook van anorganische zaken gebruikt; b.v. van water kan men ook wassen gebruiken voor hooger worden; van getallen, hoewel hiervoor meer toenemen gebruikt wordt, kan men aangroeien en aanwassen zeggen; het aantal, de menigte groeit aan, wast aan. Het zand gedijt, de kiem wast, eindelijk groeit de plant.

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

gedijen
kwijnen

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.004 c