handel

als woordenboektrefwoord:

handel:
m. koop en verkoop ; wijze van handelen, gedrag.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

handel (zn) :
commerce, commercie, handelsgeest, handelsverkeer, im- en export, koophandel, koopmanschap, koopmansgeest, negotie, trafiek, verkoop
handel (zn) :
affaire, bedrijf, etablissement, firma, handelshuis, handelszaak, markt, nering, onderneming, winkel, zaak
handel (zn) :
goederen, handelswaar, handelsgoederen, koopwaar, waar, waren, winkelwaar
handel (zn) :
bedoening, boel, hebben en houden, rotzooi, spul, spullen, zaakje
handel (zn) :
greep, handgreep, handvat, hefboom, hendel, kruk, zwengel
handel (zn) :
gedrag, gedragingen

als synoniem van een ander trefwoord:

bedrijf (zn) :
etablissement, fabriek, fabrieksgebouw, firma, grootbedrijf, handel, handelsfirma, handelshuis, handelsonderneming, handelszaak, kleinbedrijf, maatschap, multinational, nering, onderneming, organisatie, tent, vennootschap, winkel, zaak
zaak (zn) :
bedrijf, business, fabriek, firma, handel, handelshuis, handelszaak, magazijn, nering, onderneming, shop, uitbating, warenhuis, winkel
waar (zn) :
artikel, goed, goederen, handel, handelsgoederen, handelswaar, koopmansgoed, koopwaar, spul, spullen, vrachtgoed, waren, winkelwaar
spullen (zn) :
bedoening, boeltje, bul, bullen, dingen, diversen, gerief, goed, goederen, goedje, handel, rommel, spul, waar, zaken
winkel (zn) :
boetiek, firma, handel, handelszaak, magazijn, nering, shop, supermarkt, warenhuis, zaak
goed (zn) :
goederen, handel, handelsgoederen, handelswaar, koopwaar, vrachtgoed, waar, waren
kruk (zn) :
handel, handgreep, handvat, klink
verkoop (zn) :
afzet, debiet, handel, omzet
commerce (zn) :
handel, handelsverkeer
negotie (zn) :
handel, koopmanschap
affaire (zn) :
handel, transactie
gemeenschap (zn) :
handel, verkeer
koopmanschap (zn) :
handel
markt (zn) :
handel

woordverbanden van ‘handel’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

handel, nering

Nering ziet op een handel in het klein, inzonderheid in winkelwaren; bij uitbreiding op de klandizie, die men heeft, en de voordeelen, welke die handel oplevert. Goede nering hebben. Nering en hanteering (koophandel en nijverheid).

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
werkwoord

zie ook:

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.003 c