waar

als woordenboektrefwoord:

waar:
v. (waren), handelsartikel.
waar:
bn. niet vals, echt.
waar:
bw. op welke plaats; ook vw.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

waar (bn) :
authentiek, heus, waar gebeurd, werkelijk
waar (bw) :
echt, ongeveinsd, oprecht, waarachtig, werkelijk, wezenlijk
waar (bw) :
juist, passend
waar (bw) :
waarzo
waar (bw) :
alwaar
waar (vw) :
aangezien
waar (vw) :
terwijl
waar (zn) :
artikel, goed, goederen, handel, handelsgoederen, handelswaar, koopmansgoed, koopwaar, spul, spullen, vrachtgoed, waren, winkelwaar

als synoniem van een ander trefwoord:

echt (bn) :
authentiek, beslist, eerlijk, heus, heuselijk, juist, onvervalst, oorspronkelijk, oprecht, origineel, rasecht, regelrecht, waar, waarachtig, waarlijk, werkelijk, wezenlijk, zuiver
werkelijk (bn) :
actief, echt, effectief, materieel, natuurlijk, reëel, substantieel, waar, werkend, werkzaam
gegrond (bn) :
deugdelijk, gefundeerd, gerechtvaardigd, gewettigd, juist, terecht, waar
juist (bn) :
correct, echt, exact, gegrond, kloppend, terecht, waar, waarachtig
ongeveinsd (bn) :
eerlijk, openhartig, oprecht, ronduit, waar
oprecht (bn) :
echt, onvermengd, onvervalst, waar, zuiver
eigenlijk (bn) :
echt, feitelijk, letterlijk, waar
waarachtig (bn) :
waar, waar gebeurd
natuurlijk (bn) :
waar, werkelijk
werkelijk (bw) :
bepaald, bestaande, echt, eerlijk, eigenlijk, feitelijk, heus, inderdaad, metterdaad, ongelogen, realiter, reëel, stellig, voorwaar, waar, waarachtig, waarlijk, wezenlijk
spullen (zn) :
bedoening, boeltje, bul, bullen, dingen, diversen, gerief, goed, goederen, goedje, handel, rommel, spul, waar, zaken
goed (zn) :
goederen, handel, handelsgoederen, handelswaar, koopwaar, vrachtgoed, waar, waren
handel (zn) :
goederen, handelswaar, handelsgoederen, koopwaar, waar, waren, winkelwaar

woordverbanden van ‘waar’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Hetgeen zóó is als het wezen moet. Echt beteekent eigenlijk wat wettig is, en vervolgens wat de waarde heeft, die het behoort te hebben; echte kinderen, echt goud; bij uitbreiding echte paarlen (in tegenstelling van valsche), echte trouw (de trouw van het huwelijk). Rechtmatig, wat overeenkomstig het recht is, drukt hetzelfde denkbeeld uit ten aanzien van handelingen : eene rechtmatige vordering. Recht is eigenlijk hetgeen niet afwijkt van den goeden weg, hetgeen in de goede richting is, wat goed is: te rechter tijd; hij is de rechte man voor zoo iets; waar is datgene wat werkelijk is, zooals het zich aan ons oog vertoont. Recht staat tegenover onrecht, waar tegenover valsch, echt tegenover onrecht of slecht en soms tegenover nagemaakt. Eene versterking van waar is waarachtig, eigenlijk wat waarheid bezit. Recht en waar geven verder te kennen, dat een persoon of eene zaak op den naam, dien hij draagt, werkelijk aanspraak heeft. Een waar vriend, ware vreugde, de rechte weg, een rechte luiaard. Oprecht, dat in de eerste plaats ongeveinsd, openhartig beteekent, staat somtijds, ofschoon minder juist, tegenover nagemaakt: de oprechte Haarlemsche Courant; zuiver, louter, onvervalscht en onvermengd staan tegenover vervalscht en vermengd met niet passende bestanddeelen. Zuiver is ontdaan van, of bewaard voor alle vuil of besmetting; louter is oorspronkelijk rein, en onvermengd met vreemde bestanddeelen; het wordt in de taal van het dagelijksch leven niet meer gebruikt: de zuivere waarheid, louter goud, onvervalschte levensmiddelen, mijne vreugde was ver van onvermengd; rein is vrij van alle smet, en staat tegenover bezoedeld, besmet: reine handen (handen waar geen bloed of smet van onrechtmatig verworven goed aan kleeft), eene reine kleeding, een rein geweten.

Uit de samenstelling van het laatste woord valt gemakkelijk op te maken, dat het een zwakker begrip uitdrukt dan het eerste. In een aantal gevallen o. a. op historisch gebied, is de waarheid onbereikbaar en moeten wij ons met de waarschijnlijkheid vergenoegen.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 134:

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 317:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

waar
denkbeeldig, onwaar, vals

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
bijwoord / bijvoeglijk naamwoord
werkwoord / zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0043 c