openhartig

als woordenboektrefwoord:

openhartig:
bn. bw. (-er, -st), oprecht.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

openhartig (bn) :
gulhartig, joviaal, mededeelzaam, ongekunsteld, ongeveinsd, open, oprecht, rechtuit, rond, rondborstig, ronduit, spraakzaam, straight, vrank, vrijgevig, vrijmoedig
openhartig (bw) :
ronduit, vrijuit

als synoniem van een ander trefwoord:

oprecht (bn) :
eerlijk, eerzaam, gemeend, hartelijk, hartgrondig, innig, loyaal, ongeveinsd, open, openhartig, rechtschapen, rechtuit, rondborstig, ronduit, ruiterlijk, serieus, vierkant, waarheidlievend, welgemeend
intiem (bn) :
behaaglijk, familiair, gemeenzaam, gezellig, huiselijk, innig, knus, openhartig, particulier, persoonlijk, privé, vertrouwd, vertrouwelijk
eerlijk (bn) :
betrouwbaar, deugdzaam, eerzaam, ongedwongen, open, openhartig, oprecht, rechtdoorzee, rechtschapen, rechtvaardig, trouwhartig
resoluut (bn) :
beslist, doortastend, ferm, gedecideerd, kordaat, onvermurwbaar, openhartig, ronduit, vastberaden, vastbesloten, zelfverzekerd
vrijmoedig (bn) :
frank, losjes, onbeschroomd, onbevangen, ongegeneerd, openhartig, openlijk, rondborstig, stoutweg, zelfbewust
joviaal (bn) :
gul, gulhartig, hartelijk, lustig, openhartig, opgeruimd, opgewekt, rondborstig, vriendschappelijk, vrolijk
rondborstig (bn) :
duidelijk, onomwonden, openhartig, oprecht, royaal, ruiterlijk, vrank, vrij, vrijmoedig
open (bn) :
apert, eerlijk, extravert, genaakbaar, openhartig, openlijk, oprecht, ronduit
frank (bn) :
onbeschroomd, openhartig, rondborstig, vrank, vrijmoedig, vrijpostig
rechtstreeks (bn) :
direct, duidelijk, openhartig, openlijk, rechtuit
rond (bn) :
eerlijk, gul, openhartig, oprecht, ruiterlijk
ongeveinsd (bn) :
eerlijk, openhartig, oprecht, ronduit, waar
mededeelzaam (bn) :
communicatief, openhartig, spraakzaam
trouwhartig (bn) :
eerlijk, openhartig, oprecht
mededeelzaam (bn) :
extravert, openhartig
ronduit (bw) :
botweg, boudweg, eerlijk, gewoonweg, gladweg, guluit, ijskoud, onbewimpeld, ongeveinsd, onverbloemd, open, openhartig, openlijk, platuit, platweg, rechtuit, resoluut, rondweg, stoutweg, vierkant, volmondig
boudweg (bw) :
duidelijk, eenvoudigweg, eerlijk, kortaf, kortweg, ongeveinsd, onverbloemd, open, openhartig, openlijk, ronduit
rechtuit (bw) :
clean, duidelijk, eerlijk, grofweg, openhartig, oprecht, rechtstreeks, ronduit
vrijuit (bw) :
onbelemmerd, onbewimpeld, openhartig, rondborstig, zonder schroom

woordverbanden van ‘openhartig’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

gul, openhartig, rond

De ronde doet zich voor, gelijk hij is; de gulle is mededeelzaam, ook ten opzichte van zijne gedachten; de openhartige houdt niets verborgen van hetgeen er in zijn hart omgaat. Goed rond, goed Zeeuwsch. Eene gulle bekentenis; een gulle mond. In zooverre gul mededeelzaam ten opzichte van goederen beteekent, is het synoniem met gastvrij.

oprecht, openhartig, rondborstig

Openhartig is degene, die zonder iets te verzwijgen, zoowel uit eigen beweging als desgevraagd zijne gedachten gaarne mededeelt. Oprecht is hij, die de waarheid spreekt, wanneer hem iets gevraagd wordt. Terwijl de openhartige altijd oprecht is, is de oprechte niet altijd openhartig. Openhartig staat tegenover terughoudend, oprecht tegenover leugenachtig, onwaar of valsch. Rondborstig is hij, die niet achterhoudend is, maar vrijmoedig en, waar plicht het gebiedt, zijne meening uitspreekt, zonder te trachten ze in eenig opzicht te verbloemen.

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 350:

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 70:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

openhartig
stiekem

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0029 c