particulier
als woordenboektrefwoord:
- particulier:
- bn. bw. bijzonder; afzonderlijk.
- particulier:
- m. (-en), ambteloos burger.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
- particulier (bn):
- eigen, familiaar, individueel, intiem, persoonlijk, privaat, privé
- particulier (bn):
- afzonderlijk, bijzonder
- particulier (bn):
- burger-
- particulier (zn):
- individu, privépersoon
als synoniem van een ander trefwoord:
- intiem (bn) :
- behaaglijk, familiair, gemeenzaam, gezellig, huiselijk, innig, knus, openhartig, particulier, persoonlijk, privé, vertrouwd, vertrouwelijk
- persoonlijk (bn) :
- individueel, particulier, personeel, privé, subjectief, à titre personnel
- individueel (bn) :
- eigen, particulier, personeel, persoonlijk, privaat, privé
- privé (bn) :
- familiaal, intiem, particulier, persoonlijk, privaat
- bijzonder (bn) :
- eigen, particulier, privaat, privé, singulier
- privaat (bn) :
- particulier, privatief, privé
- persoon (zn) :
- eenling, enkeling, individu, mens, particulier, persoonlijkheid, sterveling, wezen, ziel
- individu (zn) :
- figuur, mens, mensenkind, particulier, persoon, sterveling
woordverbanden van ‘particulier’ grafisch weergegeven
in Charivarius' Een Ander Woord (1945):
in de lijst met antoniemen (woorden met een
tegengestelde betekenis):
- particulier
≠
- openbaar, publiek
bij andere sites: